In principe is de levering van goederen die door of voor rekening van de verkoper naar een plaats buiten de EG, bv. naar China worden vervoerd, vrijgesteld van btw (art. 39, §1 W. Btw). Opdat een dergelijke uitvoer vrij is van btw moet wel het effectieve vervoer naar een plaats buiten de EG aangetoond worden.
In een zaak die onlangs voor een beroepsrechter te Antwerpen kwam eiste de Btw-Administratie dat de uitvoer onmiddellijk na de terbeschikkingstelling wordt verricht en, in elk geval, binnen de termijn die strikt nodig is om de goederen te vervoeren van op de plaats waar ze ter beschikking worden gesteld tot op het douanekantoor van uitgang waar ze de EG verlaten. De beroepsrechter is het hier echter niet mee eens vermits nergens een termijn bepaald (noch in het Wetboek Btw, noch in desbetreffende Btw-KB’s) wordt waarbinnen de uitvoer zou moeten geschieden om die aldus te kunnen vrijstellen van btw. De Btw-Administratie voegt hier m.a.w. een voorwaarde aan de wet toe wat in strijd is met het zgn. legaliteitsbeginsel, aldus de rechter (Antwerpen 20 juni 2023).